Depositogarantiestelsel

DepositogarantiestelselTijdens de financiële crisis kwamen vele banken in problemen. De bekendste voorbeelden in Nederland zijn de DSB bank en Icesave, die het faillissement hebben moeten aanvragen.

Gelukkig trad het depositogarantiestelsel onmiddellijk in werking voor de spaarders. In deze sectie wordt dit depositogarantiestelsel besproken.
Wat is het depositogarantiestelsel, wie kan er beroep op doen en hoe werkt het.

Het depositogarantiestelsel

Het depositogarantiestelsel is een mechanisme dat de spaartegoeden beschermd in het geval van een faillissement van de bank. Dit depositogarantiestelsel werd ontwikkeld om eventuele runs on the bank te vermijden, in het geval van geruchten dat een bank in financiële moeilijkheden verkeerd.
Deze run on the bank zou de financiële situatie van een bank verder in gevaar brengen. Een tweede reden voor de ontwikkeling van dit depositogarantiestelsel, is om kleine spaarders te beschermen. Zo zijn deze spaarders hun spaargeld niet kwijt in het geval van een faillissement.

Belangrijk om weten is dat niet alle producten beschermd en alle bedragen vergoed worden.
Alle spaarproducten zoals zicht- en spaarrekeningen, en spaardeposito’s vallen onder het depositogarantiestelsel. Bij achtergestelde spaardeposito’s is het enkel de rente die onder dit stelsel valt. Aandelen en obligaties vallen bijgevolg niet onder het stelsel, net als producten van verzekeraars. Ook het bedrag is gelimiteerd.

Waarborging

Oorspronkelijk werd de eerste 20 000 euro volledig gewaarborgd, en de volgende 20 000 euro voor 90%. Dit maakt dat toen maximaal 38 000 euro recupereerbaar was. Tijdens de financiële crisis is dit bedrag opgetrokken tot 100 000 euro. Dit bedrag geldt per persoon per financiële instelling.Depositogarantiestelsel
Het geld mag bijgevolg op meerdere rekeningen staan. Voor rekeningen van twee personen geldt ook weer dat dit bedrag per persoon is, waardoor maximaal 200 000 euro vergoed wordt. Ook bedrijven kunnen beroep doen op dit depositogarantiestelsel, zolang zijn aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Ook in andere landen in de Europese unie kan beroep gedaan worden op het depositogarantiestelsel, daar dit garantiestelsel in elk land verplicht is door financiële richtlijnen. Doordat het depositogarantiestelsel onder enkele richtlijnen valt in plaats van een verordening, verschillen sommige modaliteiten van land tot land.
Zo kan een land verder gaan in het beschermen van de spaargelden dan andere landen.

Welk depositogarantiestelsel is van kracht

Zoals reeds aangehaald, vallen de spaardeposito’s van elke bank onder het depositogarantiestelsel. Indien ooit beroep gedaan moet worden op het garantiestelsel, is het belangrijk om te weten welk land verantwoordelijk is voor de afhandeling.

Voor binnenlandse banken met een vergunning van De Nederlandsche Bank is dit heel eenvoudig. De Nederlandsche bank is dan verantwoordelijk.

Banken die in een ander land gevestigd zijn met een filiaal in Nederland, vallen onder een gemengd systeem. De Nederlandsche Bank is verantwoordelijk voor het bewaken van de liquiditeit van het filiaal, terwijl de centrale bank in het land van de hoofdzetel verantwoordelijk blijft voor de hele bank.
In het geval van een faillissement is het de centrale bank uit het ander land dat instaat voor het uitvoeren van het depositogarantiestelsel. Als het depositogarantiestelsel in dat land beperkter is dan in Nederland, kan het filiaal in Nederland aanvullend meedoen met het depositogarantiestelsel in Nederland.

Voor banken die niet gevestigd zijn in de Europese Unie, Noorwegen, Liechtenstein of Ijsland vallen onder een ander regime met afwijkende regels.
Ondanks dat Noorwegen, Liechtenstein of Ijsland geen leden zijn van de Europese Unie, werken deze wel samen met de Europese Unie en kennen zij bijgevolg ook een depositogarantiestelsel vergelijkbaar met dit van leden van de EU.